Belangrijkste Den Bosch-'wedstrijd' onbeslist: club en Jordania krijgen twee weken
FC Den Bosch weet nog niet waar het aan toe is na zijn belangrijkste 'wedstrijd' van het seizoen. Dinsdag diende de rechtszaak tussen de nummer negentien van de Keuken Kampioen Divisie en de Georgische geldschieter Kakhi Jordania: de uitspraak zal echter pas in de zomer volgen, tenzij beide partijen in de komende twee weken alsnog nader tot elkaar komen.
Jordania – de zoon van voormalig Vitesse-eigenaar Merab Jordania – meldde zich in 2018 in De Vliert en investeerde fors in de selectie. Nadat de KNVB onderzoek had gedaan naar de herkomst van zijn geld, kreeg de Georgiër echter geen toestemming om zijn overname af te ronden. Jordania junior eiste vervolgens zijn geïnvesteerde miljoenen terug.
Dinsdag stonden beide partijen tegenover elkaar in een ruim zes uur durende zitting. Jordania liet onder meer weten dat hij geen inzage in de financiële administratie van FC Den Bosch en wees naar een afspraak die volgens hem met de club was gemaakt: als er geen groen licht voor de overname zou komen, zou hij zijn geld terugkrijgen. De Brabanders lieten echter weten dat deze claims ongegrond waren: Jordania en zijn entourage zouden alle uitgaven persoonlijk goedgekeurd hebben.
De rechter heeft aan het einde van de middag nog steeds geen uitspraak gedaan. Beide partijen krijgen twee weken de tijd om er met elkaar uit te komen. Als dat niet gebeurt, zal de rechtbank alsnog beslissen: in dat geval wordt er op 9 juni uitspraak gedaan. Als Jordania dan gelijk krijgt, lijkt de noodlijdende club voor zijn voortbestaan te moeten vrezen. Op de achtergrond spelen overnamegesprekken met meerdere partijen, die echter eerst de uitkomst van de rechtszaak af moeten wachten.