Ajax in een modern jasje: de belangrijkste speerpunten van trainer Ten Hag

Ajax in een modern jasje: de belangrijkste speerpunten van trainer Ten Hag

23-04-2021 10:40
41

Ajax kan aanstaande zondag, vier wedstrijden voor het einde van de Eredivisie, mogelijk al kampioen worden. De Amsterdammers staan een straatlengte voor op de concurrentie. De teller voor Erik ten Hag komt daarmee op twee landstitels, twee KNVB Bekers en een halve finale in de Champions League. Wat heeft de trainer aangepast om Ajax ineens zo dominant te maken?

Tekst: Evert van Zoelen

Spelersmateriaal
We beginnen met het intrappen van een open deur: een trainer is niets zonder zijn materiaal en met matige spelers kan je vrijwel nooit topprestaties leveren. Ajax heeft met Dusan Tadic, Daley Blind en Davy Klaassen spelers gehaald die het elftal kwalitatief beter maken. De komst van Ten Hag viel daarnaast samen met de definitieve doorbraak van Frenkie de Jong, Matthijs de Ligt en Donny van de Beek. Ter vergelijking: Frank de Boer trad in 2014, als trainer van Ajax, met Mike van der Hoorn, Lerin Duarte en Lesly de Sa aan tegen Red Bull Salzburg. Geen verrassing dat Ajax nu beter presteert dan toen.

Tactisch
Ten Hag heeft op tactisch gebied echter ook het een en ander omgezet bij Ajax. Om dit te illustreren vergelijken we zijn speelwijze met die van zijn voorganger Marcel Keizer, die in een klassieke 4-3-3-formatie met de punt naar achteren speelde.

(Ajax onder Marcel Keizer, met Schöne als enige controlerende middenvelder en Ziyech en Van de Beek als vooruitgeschoven pionnen)

Ten Hag kiest voor een 4-2-3-1-formatie, waarbij een van de controlerende middenvelders uitzakt in de opbouw. Dit brengt drie belangrijke veranderingen met zich mee.

Ten eerste: een overtal in de opbouw. De meeste teams, zeker in Europees verband, zetten met twee spitsen druk op de opbouw van de tegenstander. Wanneer er in een klassieke 4-3-3 gespeeld wordt, betekent dit dat twee aanvallers twee centrale verdedigers afdekken. In het systeem van Ten Hag zorgt het uitzakken van een van de controlerende middenvelders ervoor dat er een overtal gecreëerd wordt in de eerste fase van de opbouw. De tegenstander moet dan een speler door moeten sturen om de druk erop te houden. Dat levert ruimte op voor Ajax op het middenveld. De twee spitsen van de tegenpartij moeten ook op de passlijn letten, hetgeen voor meer ruimte zorgt voor de vleugelspelers van Ajax.

(Gravenberch zakt links uit in de opbouw. Álvarez blijft in het centrum op het middenveld)

In de 4-3-3-opstelling van Keizer en De Boer werden de backs vaak de vrije spelers, wanneer de tegenstander met twee spelers druk ging zetten. Omdat de back helemaal tegen de zijlijn aanstaan, zijn ze beperkt in hun mogelijkheden. Hierdoor kan de tegenstander daar relatief makkelijk druk op zetten.

Een bijkomend voordeel is dat een uitzakkende middenvelder wat meer in het centrum staat. Hij heeft hierdoor meerdere opties en kan spelers met een diagonale pass bereiken. Dit zorgt ervoor dat de speler die de bal ontvangt open kan staan en het spel makkelijker voort kan zetten. Krijgt de back de bal, dan kan hij vaak alleen met een 'rechte pass' de vleugelaanvaller inspelen. Die ontvangt de bal met het gezicht naar het eigen doel en een verdediger in de rug. 

(Ajax in de periode van Keizer: de back zakt uit en is de vrije speler in de opbouw. Door zijn positie is zijn enige optie de pass naar de buitenspeler)

Ten tweede is er in de 4-2-3-1-formatie van Ten Hag een betere bezetting tussen de linies. De back kunnen hoger gaan staan en dat zorgt ervoor dat de vleugelaanvallers naar binnen kunnen trekken. Hierdoor heeft Ajax altijd een goede bezetting tussen de linies. De spelers hoeven relatief kleine afstanden af te leggen, waardoor er gemakkelijk van positie kan worden gewisseld in het centrum.

Een ander stokpaardje van Ten Hag is dat de buitenspelers en de backs niet in dezefde baan gaan staan.  Wanneer een vleugelaanvaller naar binnen trekt, zien we de back het veld breed houden. Staat de vleugelaanvaller breed, dan komt de back aan de binnenkant op.

(De goede bezetting van Ajax tussen de linies)

Bij de 'reguliere' 4-3-3 zijn het de twee aanvallende middenvelders die tussen de linies positie moeten kiezen. Het feit dat de back laag blijven staan, zorgt er dan voor dat de vleugelaanvallers het veld breed moeten houden. Zakken de twee middenvelders uit, dan kom je al snel in de problemen.

(Dit zien we onder Ten Hag niet meer: de buitenspelers moeten het veld breed houden en de backs staan laag. Hierdoor is er geen bezetting tussen de linies)

Ten slotte is er het nodige veranderd aan de restverdediging van Ajax. Het is de voorronde van de Champions League, Ajax heeft in de uitwedstrijd tegen OGC Nice met 1-1 gelijkgespeeld en begint vol goede moed aan de thuiswedstrijd. Binnen drie minuten kijken de Amsterdammers tegen een 0-1 achterstand aan. Balverlies op het middenveld zorgt voor een counter van Nice, die meteen dodelijk blijkt.

Hoe kwam het dat Ajax in die periode vaak tegendoelpunten kreeg vanuit een omschakeling? Een probleem waar het Nederlands elftal in die tijd ook last van had. In een 4-3-3 staan de twee centrale verdedigers, de verdedigende middenvelder en één of beide backs toch achter de bal? Dat moet toch genoeg zijn om een tegenaanval af te stoppen?

Het probleem zit hem in de positionering van de spelers. Counters worden vaak opgezet vanuit het centrum van het veld en het is zaak om ze daar meteen af te stoppen. Wanneer de back nog aan de zijlijn geposteerd zijn, staan ze wel achter de bal maar zijn ze niet in staat om een tegenaanval af te stoppen.

(Ajax heeft geen bezetting in het centrum en kan de tegenaanval niet afstoppen)

De tactiek die door Ten Hag gebruikt wordt, heeft hierin twee voordelen. Ten eerste zorgt de structuur die in de opbouw gebruikt wordt - met de uitzakkende middenvelder - dat de spelers achter de bal in het centrum staan opgesteld en niet aan de zijkanten. Ten tweede zorgen de relatief kleine onderlinge afstanden naar de voorste zes spelers ervoor dat wanneer een bal in dat gebied verloren wordt, er meteen spelers in de buurt zijn om druk uit te oefenen.

De grote kracht van Ten Hag
Om het duidelijk te maken: het is niet zo dat de tactiek van Ten Hag per se beter is dan een 'gewone' 4-3-3. Het betekent ook niet dat er geen zwaktes zijn in de huidige tactiek van Ajax. Peter Bosz had een halfjaar voor de komst van Ten Hag immers nog Europees succes met de 4-3-3-formatie.

De grote kracht van Ten Hag is vooral dat hij in staat is geweest om een tactiek te bedenken die perfect aansluit bij zijn spelersgroep. Hij trekt daarnaast nieuwe spelers aan die passen binnen die speelstijl. De Ajax-trainer laat een middenvelder uitzakken, maar heeft met Ryan Gravenberch een speler die dat perfect in kan vullen. 

Ten Hag heeft daarmee het spelersmateriaal optimaal benut. Hij heeft Ajax in een 'modern' jasje gegoten. Het zorgt ervoor dat de ploeg een straatlengte voorstaat op de andere ploegen in de Eredivisie. Alleen tastbaar Europees succes blijft vooralsnog uit. De grote vraag is of Ten Hag nog de trainer is die volgend seizoen met Ajax op jacht gaat naar Europees succes, of dat een Europese topclub besluit om de Tukker de volgende stap in zijn loopbaan te bieden.