De hype uitgelegd: waarom Nederlandse spelers massaal naar de Ligue 1 gaan

28 juli 2021 om 17:00

Georginio Wijnaldum, Calvin Stengs, Sven Botman: ze zijn komend seizoen allemaal in de Ligue 1 te bewonderen. De Franse competitie is ongekend populair onder Nederlandse voetballers en VoetbalPrimeur onderzocht wat daar de redenen van kunnen zijn.

Naast Wijnaldum, Stengs en Botman spelen ook Justin Kluivert, Pablo Rosario, Kaj Sierhuis, Anthony Musaba, Xavi Simons en waarschijnlijk Myron Boadu komend seizoen in de hoogste Franse liga. Negen spelers die de stap naar een van oudsher on-Nederlandse competitie waagden. "We hebben hier altijd gezegd dat de Franse competitie saai is", vertelt Antoine Maumon de Longevialle, journalist van voetbalblad L'Équipe, tegen deze website. "Franse coaches spelen liever 0-0 dan 3-3 en bij balverlies moet je niet druk zetten, maar terug in je handbalverdediging."

Dat zijn geen kenmerken van een competitie waarin 'aanvallende' Nederlanders tot hun recht komen. Toch ziet de journalist dat de voetbalcultuur in Frankrijk verandert. "Er komen meer buitenlandse trainers en jonge Franse oefenmeesters die het anders durven te doen. Dat wordt met enthousiasme begroet, omdat iedereen graag aanvallend voetbal ziet en de mensen ook willen dat het anders gaat. Veel clubs zijn nu met ambitieuze projecten bezig en een verschil maken op voetbalgebied hoort daar ook bij."

Voor jonge talenten is dat goed nieuws. Zij kregen van oudsher al vaak de kans in de Ligue 1 en door de herstructurering van veel clubs wordt het verkopen van dat soort spelers een belangrijk businessmodel. "Dit is een competitie van talenten", legt Maumon de Longevialle uit. "Franse clubs weten dat ze goede jonge spelers moeten verkopen om te kunnen overleven. Dan moeten die ook kunnen spelen en die kansen krijgen ze. Dat maakt het aantrekkelijk voor voetballers die hogerop willen om hier te voetballen. Ze weten dat dat in Frankrijk kan."

De competitie wordt steeds aanvallender, jonge spelers krijgen de kans en daarnaast hebben Nederlandse spelers als Memphis Depay en Botman al bewezen dat de Franse competitie ook een aardig podium biedt. "Ze hebben het goed gedaan en kunnen als voorbeeld dienen voor spelers die twijfelen om hierheen te komen, maar hun goede prestaties hebben ook de ogen van andere clubs geopend. Die weten nu ook dat ze goedkope spelers in Nederland weg kunnen halen, die het vervolgens goed doen in je team."

Bovenstaande argumenten in ogenschouw genomen, vindt de journalist van L'Équipe het niet gek dat Nederlanders de weg naar de Ligue 1 hebben gevonden. "De jongere spelers weten dat ze speeltijd gaan krijgen en doen dan op een veilige manier ervaring op in het buitenland. Daarnaast moeten we eerlijk zijn: de tegenstanders in Frankrijk zijn beter dan die in Nederland. Ook de clubs zijn overtuigd geraakt van de spelers uit jullie land. Er is een goede generatie spelers die niet heel duur zijn en door Franse clubs doorverkocht kunnen worden."

Waar Nederlanders massaal naar Frankrijk trekken, is dat andersom nog niet echt het geval. Buiten Olivier Boscagli en Sébastien Haller, die bovendien international namens Ivoorkust is, zijn er weinig Franse spelers succesvol in Nederland. "Ik denk dat dit komt omdat we niet zo veel van de Eredivisie weten", zegt Maumon de Longevialle. "Ten tweede zijn we een beetje bang om jullie moeilijke taal te leren en willen Franse spelers die hun eigen land verlaten eigenlijk alleen maar naar een betere competitie. We geloven hier niet dat de Nederlandse competitie een verbetering is."