Olfers: "Als je je spierballen laat zien, wil je daarna niet nat gaan"
Marjan Olfers, hoogleraar sportrecht, kijkt met grote belangstelling naar de matchfixing-zaak rondom Willem II. Volgens haar maakt de hele situatie duidelijk dat er in Nederland nog flink wat stappen gezet moeten worden.
"Ik ben bang dat het Openbaar Ministerie nog niet klaar is voor dit soort stappen. Telkens is de conclusie daar dat er te weinig bewijs is", zegt Olfers tegenover Voetbal International. "Een speler die over de bal maait is geen bewijs. Gecombineerd met verdachte gokstromen is het ook nog geen bewijs. Gecombineerd met getuigenverklaringen zou het ook weleens als te dun beoordeeld kunnen worden. Maar het wordt misschien wel eens tijd om te bepalen wanneer er wél genoeg aanwijzingen zijn om een onderzoek te starten."
"Daar is ook lef voor nodig", vervolgt Olfers haar verhaal. "Want als je je spierballen laat zien, wil je daarna niet nat gaan. Zo makkelijk is het niet om bewijzen te vinden. Ik heb ook tapverslagen gezien, maar denk nou niet dat criminelen over de telefoon zeggen: 25 duizend euro voor die wedstrijd. Zo naïef zijn ze echt niet meer."
"Dat zag je ook bij het wielrennen. Daar werd het eerst gezien als onsportief vergrijp, toen viel er een aantal doden en vervolgens zag je partijen zich formeren. Maatschappelijke onrust ontstaan. Daarna werd er tot vervolging overgegaan en uiteindelijk stortte de boel als een kaartenhuis in elkaar". aldus Olfers.
Volgens Olfers ligt de bal nu bij het Openbaar Ministerie. "Het OM wil best, maar het ontbreekt nog aan daadkracht. En laten we eerlijk zijn. Kijk maar eens op de website rechtspraak.nl. In Nederland zijn er nauwelijks corruptiezaken geweest. Blijkbaar leven we in een land met alleen maar nette mensen. Misschien moet er eerst eens een lijk zijn om matchfixing in het voetbal wat hoger op de prioriteitenlijst te krijgen."