Zondebok Van Breukelen wijst naar Telegraaf: 'Altijd erg op de hand van Ajax'

Topsport en psychische problemen: Hans van Breukelen kan erover meepraten. De oud-doelman van PSV en het Nederlands elftal weet nog goed dat hij het moest ontgelden na het beruchte 'polletje', waardoor PSV een zege op Feyenoord verspeelde.

Die dag, 12 april 1987, is de zwartste dag uit de loopbaan van Van Breukelen. De doelman raapte de bal onreglementair op, waarna het door een rake vrije trap van Keje Molenaar in de laatste minuut nog 1-1 werd. In de nasleep daarvan was de keeper zo ongelukkig, dat hij zelfs het stuur van zijn auto 'een slinger wilde geven'.

"Ik lag al een tijdje onder vuur, omdat een deel van de kranten liever Stanley Menzo van Ajax in Oranje wilde", blikt Van Breukelen terug in gesprek met het Nederlands Dagblad. "Vooral in De Telegraaf moest ik het ontgelden; de Amsterdamse krant die altijd erg op de hand is van Ajax."

De kritiek raakte Van Breukelen. "Het was een rottijd. We werden nog wel kampioen met PSV, maar ik ging met een heel vervelend gevoel met vakantie. Ik had vaak te veel last van mezelf en vroeg me af hoe ik kon afrekenen met het negatieve en soms bijna angstige gevoel waarmee ik het veld opging."

Van Breukelen ging gebukt onder de verwachtingen, maar overwon uiteindelijk zijn psychische problemen. "Ik zag belangrijke duels steeds meer als een mooie kans, in plaats van een regelrechte bedreiging. Ik kreeg veel meer plezier op het veld en won in de zomer van 1988 de Europa Cup 1 met PSV, om een maand later in Duitsland ijskoud Europees kampioen met Oranje te worden."