Inbraken en overvallen op voetballers vaak verzwegen: 'Eindigt in de doofpot'
De overval op het huis van PSV-spits Eran Zahavi doet de discussie over de veiligheid van profvoetballers in Nederland oplaaien. Bertus Holkema, adviseur voor First Line Security, vindt dat clubs meer moeten doen om spelers te beschermen.
Holkema pleit in gesprek met het Algemeen Dagblad voor meer veiligheid voor voetballers en vindt dat clubs daarbij een grotere rol moeten gaan spelen. "Clubs moeten echt in samenspraak met de politie uitzoeken hoe ze dit kunnen tegengaan", begint Holkema, doelend op de overval op het huis van Zahavi afgelopen zondag, waarbij zijn vrouw en kinderen overvallen werden. "Ze doen nu echt nog veel te weinig."
Volgens Holkema is het voor voetballers vooral belangrijk dat ze zich bewust zijn van 'simpele protocollen'. "Niet opendoen voor een pakketje, bijvoorbeeld. Er zijn zo veel voorbeelden van inbraken en overvallen bij spelers, nog veel meer dan nu bekend is. Veel eindigt in de doofpot. Clubs willen dan niet dat het naar buiten komt."
Guido Albers, zaakwaarnemer in de voetballerij, sluit zich bij het verhaal van Holkema aan en vindt ook dat het management van een voetballer een belangrijke rol heeft in de veiligheid. "Als managementbureau adviseer je je spelers altijd, ook qua gebruik van sociale media. Wij zeggen: houd het vooral bij voetbal. Dat vindt de een heel goed advies, de ander gaat daarin meer zijn eigen weg. Verder is de communicatie van de club naar een speler toe belangrijk. Uiteindelijk hebben zij het meeste zicht op de situatie."