Schmidt en de kritiek op zijn wissels: aanzienlijk verschil met Ten Hag en Slot
De kritiek op het wisselbeleid van PSV-trainer Roger Schmidt neemt na de deceptie tegen Feyenoord extreem toe. In hoeverre krijgen zijn (top)spelers dit seizoen inderdaad weinig speeltijd? VoetbalPrimeur analyseert de huidige situatie.
Vastigheid achterin
Een geoliede voetbalmachine begint bij automatismen en zekerheid. De voorhoede heeft baat bij een betrouwbare defensie. Onder Schmidt zijn Joël Drommel en André Ramalho zekerheidjes. Zij spelen het merendeel van de wedstrijden (zie graphic hieronder). Op de backposities wisselt Schmidt daarentegen veel. Van de dertien officiële duels dit seizoen kwamen Philipp Max en Phillipp Mwene er elf in actie. De Duitser begon alle elf de keren, terwijl de Oostenrijker stuivertje wisselt met Jordan Teze. Mwene startte tien van de elf keer, Teze vijf van de twaalf keer dat hij tot spelen kwam.
Aan de zijkanten rouleert de PSV-trainer dus volop, iets wat ook geldt voor de linkerkant van het centrum. Het Champions League-tweeluik tegen Galatasaray en de krakers met AZ en Real Sociedad zijn de enige momenten geweest dat Schmidt in opeenvolgende wedstrijden met dezelfde achterhoede aantrad. Olivier Boscagli begon dit seizoen zeven keer centraal achterin, maar werd door blessureleed in de selectie noodgedwongen een linie doorgeschoven. Zijn plek achterin is overgenomen door Armando Obispo.
Problemen op het middenveld
Ibrahim Sangaré-Marco van Ginkel-Mario Götze: het leek op voorhand het middenrif van PSV te worden. In de praktijk pakt het anders uit. Sangaré is al twee weken uit de roulatie en aanvoerder Van Ginkel wordt door Schmidt na langdurig blessureleed regelmatig gespaard. De aanvoerder speelde sinds de gewonnen strijd om de Johan Cruijff Schaal elf wedstrijden; alléén tegen Ajax maakte hij de negentig minuten vol. Daarna duurde zijn optreden tegen FC Groningen (75 minuten) het langst. Tegen Feyenoord kwam hij niet in actie, tegen Heracles zat hij niet bij de selectie en in de heenwedstrijd tegen FC Midtjylland deed hij een klein kwartier mee.
De 10-positie is een zekerheidje: Götze speelde mee in alle dertien wedstrijden, waarvan twaalf als basisspeler. Tegen SC Cambuur werd hij gespaard en viel hij twintig minuten voor tijd in. Tegen Heracles Almelo en Feyenoord werd hij bij rust naar de kant gehaald. Iemand sparen in een topwedstrijd is wellicht niet het juiste moment, maar de uitleg van Schmidt luidde dat zijn spelmaker 'lichte klachten' had.
Weinig duidelijkheid voorin
Nu komen we bij de crux: Schmidt die zijn meest dreigende aanvallers wisselt. Het striemende fluitconcert na de wissel van Cody Gakpo tegen Feyenoord sprak boekdelen. Ook met de wissel van zijn vice-aanvoerder wilde Schmidt op voorhand blessures voorkomen. In hoeverre is het terecht, op basis van gespeelde minuten? PSV speelde dertien wedstrijden, dus spelers kunnen maximaal 1.170 minuten gespeeld hebben.
Gakpo (904 minuten), Eran Zahavi (888) en Noni Madueke (806) - samen betrokken bij 25 PSV-goals dit seizoen - hebben nog altijd een stuk meer minuten in de benen dan Yorbe Vertessen (403) en Armindo Bruma (352). Maar er zit meer achter. Gakpo heeft slechts vier wedstrijden van begin tot eind gespeeld, terwijl Zahavi en Madueke respectievelijk twee en één keer negentig minuten in de benen hebben.
Schmidt vs. Erik ten Hag en Arne Slot
Ligt Schmidt onder een vergrootglas of laten Erik ten Hag (Ajax) en Arne Slot (Feyenoord) hun dragende krachten wel vrijwel altijd staan? Bij Ajax stonden Jurriën Timber (630 minuten) en Ryan Gravenberch (605) het langst binnen de lijnen, gevolgd door Sébastien Haller (577), Dusan Tadic (570) en Noussair Mazraoui (543). Ajax speelde zeven officiële wedstrijden, dus Ajacieden kunnen maximaal 630 minuten gespeeld hebben. Dat geldt voor Timber, terwijl Gravenberch 96 procent en Haller 92 procent van het totaal in actie kwamen.
Bij Feyenoord staat de teller op elf officiële wedstrijden, wat neerkomt op 990 wedstrijdminuten. Marcus Pedersen (976), Jens Toornstra (973), Tyrell Malacia (955) en Guus Til (941) komen allemaal in de buurt van het maximum. Hoe anders is dat bij PSV. Los van Drommel speelde Ramalho (92 procent) als enige meer dan negentig procent van de duels. Götze stond 85 procent van de tijd op het veld, Max (80) en Gakpo (77) volgen.
Er kan geconcludeerd worden dat Schmidt een stuk voorzichtiger is met zijn spelers dan zijn collega-trainers, die eveneens te maken hebben met drukke schema’s. Maar het is en blijft een grijs gebied: beslissen PSV-invallers de wedstrijd, zoals tegen AZ, dan haalt Schmidt zijn gelijk. Maar tegen Feyenoord ging PSV pijnlijk ten onder. PSV speelt tot de interlandperiode vier wedstrijden in twaalf dagen (Go Ahead Eagles, Willem II, Sturm Graz en Sparta). Eén ding staat vast: de keuzes van Schmidt zullen met argusogen worden gevolgd.
(Lars Teunissen/VoetbalPrimeur)