De voor- en nadelen van een Oranje-middenveld met De Roon of Van de Beek

14 oktober 2019 om 10:00
Laatste update: 14 oktober 2019 om 10:07

Het was de laatste dagen een nationale discussie: wie moet naast Frenkie de Jong op het middenveld van het Nederlands elftal spelen? Normaliter kiest bondscoach Ronald Koeman voor Marten de Roon, maar tegen Wit-Rusland kreeg Van de Beek een kans. Dít is het verschl tussen een Oranje-middenveld met De Roon en een Oranje-middenveld met Van de Beek.

Door Evert van Zoelen

Positionering in de opbouw
In het interview met de NOS voorafgaand aan de wedstrijd tegen Wit-Rusland deed Koeman zijn strijdplan uit de doeken: Oranje zou met drie achterop gaan opbouwen en Steven Bergwijn zou vanaf rechts naar binnen komen om een soort ruit op het middenveld te vormen. Meteen was duidelijk waarom Koeman koos voor Van de Beek in plaats van De Roon, die tegen Noord-Ierland nog in de basis begon. In plaats van met een dubbele '6' (De Jong en De Roon), speelde Oranje met een dubbele '8', met van Van de Beek en Wijnaldum. De Jong was de enige controleur.


De Jong is de enige controleur, Van de Beek staat hoger gepositioneerd tussen de linies.

Zeker in de eerste helft zorgde dit ervoor dat Nederland aanvallend gezien een betere veldbezetting had dan het eerste deel van de wedstrijd tegen Noord-Ierland. Daley Blind, Virgil van Dijk en Matthijs de Ligt verzorgden de opbouw van achteruit, De Jong positioneerde zich tussen de aanvallers en middenvelders van Wit-Rusland en Van de Beek, Wijnaldum en Bergwijn stonden tussen het Wit-Russische middenveld en verdediging.

Vanuit deze positie tussen de linies is Van de Beek in staat om veel loopacties te maken en voor dreiging te zorgen. Daarnaast heeft deze veldbezetting als resultaat dat Nederland steeds spelers 'tussen de linies' heeft staan en zo een formatie heeft waarmee het mogelijk moet zijn om door het compacte blok van Wit-Rusland te spelen.

Dit staat in schril contrast met hoe de veldbezetting er vaak uitziet als De Roon in de basis begint. Het beeld dat over De Roon ontstaat als de pure balafpakker, die de bal na verovering zo snel mogelijk weer moet inleveren is wat overdreven, maar De Roon is inderdaad niet de speler waarvan we tempoveranderingen of passes tussen de linies door moeten verwachten. Daarnaast neemt De Roon vaak een erg conservatieve positie in, wat er soms voor zorgt dat - op momenten dat De Jong zich ook terug laat zakken - er niemand meer gepositioneerd staat tussen de aanval en het middenveld van de tegenstander.


Een voorbeeld uit de wedstrijd tegen Noord-Ierland: zowel De Jong als De Roon staat voor het blok, terwijl er niemand in de zone tussen de aanvallers en middenvelders van staat. Dit zorgt ervoor dat Oranje bij een opbouw door het centrum eerst een pass tussen zes Noord-Ieren door moet gegeven, voordat er een volgende speler bereikt kan worden.

Restverdediging
'Ieder nadeel heeft z'n voordeel', zei een grote filosoof ooit, en dat geldt ook in deze situatie. Want hoewel de conservatieve positie van De Roon ervoor zorgt dat hij in de opbouw voor minder gevaar zorgt, betekent het wel dat hij bij balverlies meteen goed staat. Als Oranje in de aanval is, kiest het veelal voor een 2-3-structuur als restverdediging. Van Dijk en De Ligt blijven met z'n tweeën rond de middenlijn staan. Voorin komt Blind vaak iets naar binnen om de linie van drie te vormen met De Jong en De Roon.

De waarde van de restverdediging op deze manier organiseren blijkt bijvoorbeeld in de wedstrijd tegen Duitsland van begin september (2-4 zege). Telkens als een Nederlandse voorzet wordt weggekopt of er balverlies wordt geleden, staat Oranje meteen goed om het duel om de tweede bal te winnen of meteen druk op de bal te geven. Ook in die wedstrijd is het aanvallend gezien niet altijd even best, maar De Roon toont aan wel erg belangrijk te kunnen zijn met het winnen van dat soort duels.


De restverdediging van Nederland zoals deze er uitziet met De Roon. In dit geval vormen De Jong (1), Van Dijk (2) en De Roon (3) een linie halverwege de helft van de tegenstander. Met Blind (4) en De Ligt (5) daarachter rond de middenlijn.

De wedstrijd tegen Wit-Rusland laat zien dat de restverdediging minder sterk georganiseerd is als De Roon niet speelt. Door de hogere positie van Van de Beek staat hij vaak voor de bal op het moment dat deze verloren wordt, waardoor hij niet in staat is om meteen druk op de bal te geven.

Koeman lijkt ervoor te kiezen om Joël Veltman vanaf rechts iets naar binnen te laten komen om samen met De Jong en Blind de linie van drie te vormen. Maar gezien het feit dat Veltman ook de speler is die het breed moet houden op rechts, staat de restverdediging minder stabiel in vergelijking tot eerdere wedstrijden. Dat zorgt er enkele keren voor dat Wit-Rusland een counter kan opzetten.


Het moment voordat Wit-Rusland een counter kan opzetten. Alle drie de middenvelders staan voor de bal, waardoor er ruimte is om een aanval op te zetten.

Na iets meer dan een uur voetballen lijkt Nederland de grip over de wedstrijd ietwat kwijt te raken, wat Koeman doet besluiten om De Roon toch weer in te brengen. Hij neemt zijn gebruikelijke stelling in naast De Jong. Dat zorgt ervoor dat de restverdediging weer beter staat en Nederland weer grip op het middenveld krijgt. Daar staat wel tegenover dat aanvallend gezien het spel er niet beter op wordt.


De Roon weer in gebruikelijk positie naast Frenkie de Jong.