Jan de Jong slaat alarm: 'Of terug naar volle stadions, of hulp uit Den Haag'

13 oktober 2020 om 18:05
Laatste update: 13 oktober 2020 om 17:40

Eredivisie CV-directeur Jan de Jong stelt in gesprek met Voetbal International dat de financiële situatie van de Eredivisie-clubs minder slecht is dan verwacht. Toch vreest De Jong dat de grote klap voor de clubs nog moet komen.

De ex-directeur van Feyenoord zat in het voorjaar met de clubs om tafel en verwachtte een schade van 96 miljoen euro. Dat viel uiteindelijk mee, mede doordat de supporters en sponsors massaal achter hun club bleven staan. "Dat was ongekend. Ook zijn de media-inkomsten uitbetaald en heb je de NOW. Daardoor is de financiële situatie bij aanvang van dit seizoen minder slecht dan we in april dachten dat die zou zijn."

Desondanks ziet hij de toekomst somberder in: hoe langer er geen publiek naar de stadions mag komen, hoe meer de clubs inleveren. "De grote klap gaat nog komen. Elke club is voor 40 tot 60 procent afhankelijk van wedstrijdgerelateerde inkomsten. Elke speelronde zonder publiek verliest het betaalde voetbal vijf tot zeven miljoen euro."

Volgens De Jong is het verdienmodel van de Eredivisie daardoor crisisgevoeliger dan die van de grote buitenlandse competities. "Daar is de continuïteit gewaarborgd zolang de mediagelden maar binnenkomen. In Nederland is dat niet zo. Wij hebben die wedstrijdbaten (kaartverkoop, merchandise en horeca, red.) keihard nodig om te kunnen overleven." Zolang die inkomsten wegvallen, moeten clubs gecompenseerd worden, vindt hij. "Op enig moment moet je óf terug naar volle stadions, óf er moet hulp komen uit Den Haag."