Aan de kant, AZ en FC Utrecht: zó bestormt Letsch de Eredivisie-top met Vitesse

Aan de kant, AZ en FC Utrecht: zó bestormt Letsch de Eredivisie-top met Vitesse

18-12-2020 10:00 Laatste update: 20-12-2020 11:30
67

Niet AZ of FC Utrecht, maar Vitesse is dit seizoen de grote uitdager van Ajax, PSV en Feyenoord. Na twaalf wedstrijden staan de Arnhemmers op de derde plaats met 26 punten en met nog twee zware wedstrijden voor de winterstop, thuis tegen Feyenoord en uit tegen AZ, is het dé kans om bovenin mee te doen en misschien zelfs wel een gooi te doen naar het kampioenschap. Immers: Ajax, Feyenoord en PSV hebben in januari een do-or-die maand, waarin Vitesse de lachende vierde kan worden. Hoe spelen de Arnhemmers en welke invloed heeft de Duitse trainer Thomas Letsch?

Door Evert van Zoelen

Aanvallend

Geen 4-3-3
Het eerste dat opvalt wanneer we naar Vitesse kijken, is dat er niet vanuit de in Nederland zo gebruikelijke 4-3-3 gespeeld wordt. De Arnhemmers positioneren zich in een 5-3-2/3-5-2 formatie, waarbij de drie centrale verdedigers de taak hebben om de opbouw te verzorgen. Vitesse probeert van achteruit op te bouwen en via verzorgd positiespel een vrije speler te vinden.


Vitesse bouwt op met drie spelers. Bron: FOX Sports.

Van hieruit worden er vooral ruit-structuren gecreëerd op het middenveld. Meestal wordt dit gedaan met één van de centrale verdedigers, de vleugelverdediger aan de zijkant, een controlerende middenvelder (Thomas Bruns) en een aanvallende middenvelder (Oussama Tannane of Matus Bero). Deze ruit-structuren zorgen ervoor dat de speler aan de bal veel verschillende afspeelmogelijkheden heeft en de tegenstander tot keuzes gedwongen wordt.


Vitesse met een ruit-structuur in de opbouw. Bron: FOX Sports.

Opvallend is dat Vitesse in de eerste fase van de opbouw vooral door het centrum wil spelen, om daarna pas de vleugels te zoeken. De centrale verdedigers zoeken vooral de middenvelders met hun passes, terwijl de pass van centrale verdediger naar de back weinig terugkomt. Letsch wil er hiermee voor zorgen dat spelers in de opbouw meerdere opties hebben als ze aan de bal zijn én voorkomen dat de tegenstander het spel gemakkelijk bij de back kan vastzetten.

De back heeft in de eerste fase van de opbouw weinig afspeelmogelijkheden, aangezien hij aan de zijkant van het veld gepositioneerd is. Wanneer teams te vaak de zijkanten zoeken in de opbouw, moeten ze in een grote U-vorm om het blok van de tegenstander heen spelen, zonder tot echte kansen te komen.


De centrale verdediger en de back hebben een 2v1 tegen de buitenspeler, maar bij Vitesse worden in dit soort situaties de backs niet ingespeeld. Bron: FOX Sports.

Een belangrijke rol is hierin weggelegd voor Riechedly Bazoer. Bazoer speelt als middelste centrale verdediger en is de belangrijkste opbouwer van de ploeg. Hij is in staat om liniebrekende passes te spelen en stations over te slaan met een sterke lange bal.

Binnen deze opbouwafspraken hebben de spelers van Vitesse veel vrijheid. De middenvelders mogen veelvuldig van positie wisselen en ook positiewisselingen met de middelste centrale verdediger komen vaak voor. Zolang alle posities maar bezet zijn, lijkt het Letsch niet veel uit te maken wie welke positie invult. Door deze manier van opbouwen is Vitesse onvoorspelbaar en is het vaak in staat om een vrije speler te creëren. Wanneer de eerste speler wegloopt, trekt hij vaak een tegenstander mee, zodat een andere speler in dat gat kan komen.


Bazoer beweegt als middelste centrale verdediger het middenveld in. Bron: FOX Sports.

Op momenten dat het Vitesse niet lukt om een vrije middenvelder te creëren, is het vaak Tannane die zich met de opbouw gaat bemoeien. Enerzijds is dit erg succesvol, omdat de Marokkaanse spelmaker met zijn techniek vaak oplossingen in zich heeft die andere spelers niet zien. Anderzijds leidt dit soms juist tot gevaarlijk balverlies omdat Tannane veel risico neemt.

Het creëren van kansen
Wanneer Vitesse door de eerste fase van de opbouw heen is, is het vaak één van de vleugelverdedigers die vrijgespeeld wordt aan de zijkant. Wanneer deze spelers aan de bal komen is er altijd een vast patroon zichtbaar. Vaak is het de back van de tegenpartij die uitstapt naar de vleugelverdediger van Vitesse. Op dat moment maakt de spits aan de kant van de bal (vaak Loïs Openda) de loopactie de hoek in, waarmee hij één van de centrale verdedigers meetrekt. De spits die verder weg staat (Armando Broja of Oussama Darfalou) biedt zich dan aan als aanspeelpunt in het centrum.


De back van Ajax stapt door op de vleugelverdediger van Vitesse. Openda maakt de loopactie de hoek in. Darfalou maakt zich aanspeelbaar in het centrum. Bron: FOX Sports.


Openda trekt de centrale verdediger mee, waardoor Broja 1v1 voor de goal komt. Bron: FOX Sports.

In het verlengde van deze loopactie kan er ook een middenvelder diepgaan wanneer één van de spitsen een centrale verdediger naar de zijkant meetrekt. Over het algemeen komen deze loopacties van Bero, wat het wel enigszins voorspelbaar maakt. De andere middenvelders - Tannane en Bruns - komen vaker in de bal.


De centrale verdediger wordt naar de zijkant getrokken, waardoor er ruimte ontstaat voor Bero om diep te gaan. Bron: FOX Sports.

Plan B
Waar teams met Nederlandse coaches nog wel eens eindeloos achterin willen rondspelen wanneer het ze niet lukt om een opening te vinden in de opbouw, kiest Vitesse voor de lange bal. Meestal is het doelman Remko Pasveer of Bazoer die deze pass speelt, waarbij spits Broja of Darfalou voornamelijk het mikpunt is. Tweede spits Openda gaat diep voor het geval dat Broja de bal weet te verlengen, terwijl de drie middenvelders onder Broja positie kiezen om een potentiële tweede bal te winnen.


Darfalou gaat het kopduel aan en Openda gaat diep voor het geval de bal gewonnen wordt, terwijl de drie middenvelders van Vitesse achter de bal positie kiezen. Bron: FOX Sports.

Bij dit plan B moet onderscheid gemaakt worden tussen twee situaties. Wanneer Pasveer enige tijd aan de bal is geweest en het elftal de tijd heeft om goed te gaan staan, heeft deze lange bal van Vitesse een aardig rendement. De tweede bal wordt geregeld gewonnen, waarna de Arnhemmers kunnen doorvoetballen.
In situaties waarbij Pasveer de bal onder druk lang moet spelen, verliest Vitesse vaak de tweede bal. Dit heeft ermee te maken dat de middenvelders vaak te laag staan om de tweede bal te winnen, terwijl de vleugelverdedigers te veel aan de buitenkant staan om mee te duelleren.

Omschakeling van aanval naar verdediging
Net zoals de meeste Duitse coaches kiest Letsch ervoor meteen druk te zetten na balverlies. De meest dichtstbijzijnde speler van Vitesse zet meteen druk op de bal en de directe passopties worden afgedekt. Daarnaast wordt er van achteruit agressief doorgedekt, zodat er constant druk op de bal blijft wanneer een tegenstander toch in staat is om naar voren te spelen.


Vitesse verliest de bal en schakelt meteen om. Bron: FOX Sports.

Verdedigend

Doorstappen met de vleugelverdediger
Vitesse probeert over het algemeen de opbouw van de tegenstander meteen onder druk te zetten. Vanuit de 5-3-2-formatie dekken de twee spitsen de centrale verdedigers af, waardoor de backs van de tegenstander meestal de vrije spelers worden. Wanneer één van de backs wordt ingespeeld, stapt de vleugelverdediger van Vitesse door om agressief druk te geven. De middenvelder aan de kant van de bal dekt zijn tegenstander af en de rest van het team kantelt mee naar de kant van de bal.


De vleugelverdediger zet druk op de back en de middenvelder aan de kant van de bal zit kort. Bron: FOX Sports.

Als de tegenstander onder deze druk weet uit te komen, heeft Vitesse twee opties. Wanneer er een speler is die meteen druk kan zetten op de tegenstander met de bal, dan wordt er agressief doorgestapt. Is er niemand die meteen druk kan geven op de bal, dan zakken de Arnhemmers collectief terug achter de bal. Wanneer iedereen dan weer in positie is wordt er weer vanuit dezelfde structuren druk op de bal gezet.

Op eigen helft is het devies vooral dat het centrum te allen tijde dicht moet zijn. In de 5-3-2-formatie staan er vanuit de gekozen structuur meestal acht spelers in het centrum opgesteld, waardoor Vitesse de tegenstander vaak naar de zijkanten toe kan dwingen. Wanneer de bal naar de zijkant gespeeld wordt, zet Vitesse weer agressief druk en probeert het de bal te veroveren. Op deze manier weet Vitesse constant druk op de bal te houden en is het voor tegenstanders erg moeilijk om tussen de linies van de Arnhemmers door te spelen.


Vitesse zet het centrum helemaal vast. Bron: FOX Sports.


Wordt de bal naar de zijkant gespeeld dan zet Vitesse vol druk. Bron: FOX Sports.

Zwakke plek
Toch lijkt er wel een duidelijke zwakke plek in het defensieve systeem van Vitesse te liggen. Wanneer de tegenstander tot een voorzet komt, wordt de ruimte voor de centrale verdedigers vaak niet goed afgedekt. Dit zou gedaan moeten worden door de middenvelders. Tannane is ontlast van de meeste verdedigende taken, waardoor deze opdracht bij de twee controlerende middenvelders komt te liggen. Eén van deze twee middenvelders moet vaak de back ondersteunen, waardoor er nog maar één overblijft. Die middenvelder stopt vaak met lopen voordat hij in de zestien is, waardoor tegenstanders met een teruggetrokken voorzet gevaarlijk kunnen worden.


Bero geeft rugdekking aan de back, terwijl Bruns de ruimte niet goed dicht loopt. Hierdoor kan Van Duinen bijna scoren. Bron: FOX Sports.


Bruns houdt op met lopen voordat hij in de zestienmeter is, waardoor Promes vrij kan binnenschieten. Bron: FOX Sports.

Omschakeling van verdediging naar aanval
Ook over deze omschakeling heeft Letsch uitgebreid nagedacht. Op het moment dat Vitesse de bal wint, gaat er altijd meteen iemand diep. Dit zorgt ervoor dat wanneer de tegenstander vooruit probeert te stappen om weer druk op de bal te krijgen en dit niet lukt, Vitesse meteen iemand heeft die in de ruimte achter de verdediging kan komen. Wanneer Vitesse de bal op eigen helft wint zal je dan ook bijna nooit een blinde roei naar voren zien. Het elftal schakelt meteen over op combinatievoetbal om te proberen een vrije speler te vinden die daarna de weg naar voren kan zoeken.

Kleine aanpassingen
Waar in Nederland het 'aanpassen aan de tegenstander' nog weleens als een vies woord gezien wordt, zie je bij Vitesse goed hoe dit positief kan uitpakken. Binnen het eigen systeem wordt er per tegenstander gekeken welke details net iets anders ingevuld kunnen worden. Zo speelt Vitesse tegen PSV met de punt naar achteren op het middenveld in plaats van de punt naar voren. Tegen Ajax wordt er eerder voor de lange bal gekozen en tegen mindere tegenstanders wordt er hoger en agressiever drukgezet dan tegen sterkere tegenstanders.

Conclusie
Dit alles bij elkaar maakt Vitesse voor elk Eredivisie-team een geduchte tegenstander. PSV beet zijn tanden al stuk op de Arnhemmers (2-1 in Arnhem) en Ajax wist net te ontsnappen (2-1 in Amsterdam). Wanneer Vitesse de komende twee wedstrijden van Feyenoord en AZ weet te winnen, zou het zich weleens definitief bij het rijtje titelkandidaten kunnen melden. Zeker als Ajax, Feyenoord en PSV in januari tegen elkaar punten gaan verspelen.