'Vitesse ziet afgrond naderen: proflicentie op dit moment onwaarschijnlijk'

Vitesse lijkt zich serieus zorgen te moeten maken over haar voortbestaan. De Gelderse club 'dendert in volle vaart op de afgrond af', concludeert Voetbal International in een pijnlijke analyse.

In navolging van andere media schetst het weekblad een gitzwart scenario voor Vitesse. 'Door de totale bestuurlijke, organisatorische en financiële chaos dreigt de op een na oudste betaaldvoetbalclub van Nederland haar proflicentie te verliezen', klinkt het. De zorgwekkende situatie kwam andermaal aan het licht door de brief van het ministerie van Economische Zaken, dat vragen stelde bij de Russische invloeden in het Gelredome.

De Vitesse-aandelen zijn immers nog altijd in handen van Valeri Oyf, nu de licentiecommissie de overname door Coley Parry heeft afgekeurd. 'Hoewel Oyf zelf niet op een sanctielijst staat, heeft het er alle schijn van dat Roman Abramovich al die jaren een flinke vinger in de pap had bij Vitesse. Vorig jaar onthulde The Guardian dat Abramovich via een verhullende constructie 117 miljoen euro in de club pompte en daarmee de voornaamste financier is geweest in de Russische jaren. Bovendien gaf Oyf toe dat hij tien miljoen dollar had geleend van Abramovich', aldus VI.

Vitesse probeerde de zorgen weg te nemen in een statement, nadat De Telegraaf als eerste had bericht over de brief van Economische Zaken. 'Deze bagatelliserende toon over het Russische eigenaarschap is typerend geworden bij de Arnhemse club. In de motieven van de Russen of de gevolgen als de stekker eruit zou worden getrokken was weinig interesse', schetst het VI. 'Zoals het er nu voorstaat — Russische eigenaarschap, mogelijk ingrijpen van de overheid, een opgezegde bankrekening en financieringsproblemen — lijkt het onwaarschijnlijk dat Vitesse een proflicentie krijgt voor volgend seizoen', luidt de waarschuwing.

Vitesse wordt een gebrek aan zelfkritisch vermogen verweten, nu het ook weer in zee wilde gaan met Parry, die eveneens geen duidelijkheid kon verschaffen over zijn geldstromen. De club dreigt de rekening gepresenteerd te krijgen voor het feit dat het jarenlang aan het Russische infuus hing, zonder initiatief te nemen om een gezondere club op te bouwen met beter toezicht. 

VI spreekt van een overlevingsstrijd. 'Er is dit keer geen Karel Aalbers, gemeente of Rus die dat even kan fixen met een instant oplossing.'