Van Bommel krabt zich achter de oren: 'Destijds hadden we één gesprek'
Mark van Bommel vindt dat Nederland niet moet doorslaan in het begeleiden van talent. De WK-finalist van 2010 en huidig trainer van PSV onder 19 verlangt dat zijn spelers tot het uiterste gaan.
"Tegenwoordig is er voor elke speler een ontwikkelingsplan en zijn er meerdere 'pop-gesprekken' in een jaar", zegt Van Bommel in De Telegraaf. "Destijds hadden wij één gesprek per jaar: je mocht blijven of je moest weg… Nu denken we dat we de talenten beter voorbereiden, we zijn constant met ze bezig. Daar moeten we niet in doorslaan."
Van Bommel wil dat zijn spelers in het rood te gaan, de grens van het toelaatbare opzoeken. "Ik heb een idee over voetbal en daar horen een hoge intensiteit en een goede instelling bij, omdat topvoetbal zoveel vraagt", zegt de voormalig middenvelder. "Bij de oudste jeugd moet je er bovenop zitten. Wij vragen én eisen veel. Ze moeten het elke dag kunnen opbrengen om ongelooflijk hard te trainen. In topwedstrijden lopen de besten door een muur heen, zo heb ik zelf geleerd bij clubs als Bayern, AC Milan, Barça, PSV en Oranje."
Daarvoor hoeven zijn spelers niet elke dag het krachthonk in te duiken. "Een hoge voetbalintensiteit geeft je vanzelf inhoud en duelkracht. Als Nederlandse talenten het maar 70 minuten volhouden om alles te geven en spelers in andere landen 90 minuten, ben je gezien. Hoe sterk je ook bent. De spelers van Manchester City sprinten na het veroveren van de bal met vier man tegelijk de diepte in en de bal gaat ook meteen diep. Ze zijn in staat om in de 90e minuut nog alles eruit te persen. Om dat te kunnen, moet je op de training ook vaker over de grens gaan."