'Als ik 'ja, is goed' had gezegd, was ik nu nog steeds trainer van ADO geweest'

Vier maanden na zijn ontslag bij ADO Den Haag, blikt Aleksandar Rankovic terug op zijn periode als trainer bij de Residentieclub. Hij had het gevoel dat hij niets te zeggen had en was het oneens met diverse keuzes van het Technische Hart van ADO.

Rankovic stapte vlak voor het seizoen uit dat orgaan, waarin Martin Jol de leiding had. "Langzaam zag ik dat wat ik op tafel bracht niet serieus genomen werd", zegt hij in een groot interview met Voetbal International. "In het Technisch Hart kwam iedereen met namen, maar zij bepaalden wie er kwamen. Daar is te veel risico in genomen met spelers die ik nooit zelf heb gezien."

Dat Jol zichzelf vervolgens op de borst klopte, schoot bij Rankovic in het verkeerde keelgat. "Het hoofd van het Technisch Hart riep dat we op elke plek versterkt waren en de beste selectie van de laatste tien jaar hadden. Dat riep Jol in de krant en dat deed me pijn. Het maakte me echt boos."

De oefenmeester met Servische roots werd uiteindelijk ontslagen en heeft het gevoel dat hij dat had kunnen voorkomen. "Als ik 'ja, is goed' had gezegd, was ik nu nog trainer van ADO geweest. Maar zo ben ik niet. Dat kan ik niet veranderen. Ik probeer rechtvaardig te zijn en mensen in de ogen te kijken. Sommigen vinden dat leuk en anderen niet. Ik kan en wil geen rol spelen."