Ook ander groot voetballand moet vrezen: "Spelers zijn niet stabiel genoeg"
Tot zijn afgrijzen zag Morten Olsen 'zijn' Denemarken maandagavond ploeteren tegen Armenië (0-0). De Scandinaviërs moeten daardoor vrezen dat het voor de tweede keer op een rij niet deelneemt aan een groot eindtoernooi.
Denemarken ontbrak namelijk ook al op het WK van vorig jaar in Brazilië. Door het doelpuntloze gelijkspel in Yerevan heeft Denemarken nu drie punten minder dan Portugal. Bovendien heeft het een wedstrijd meer gespeeld dan dat land. Albanië heeft een punt minder dan de Denen, maar heeft nog wel een duel tegoed en kan de tweede plaats dus overnemen. Bovendien moet de ploeg van Olsen in de laatste kwalificatiewedstrijd nog op bezoek bij Portugal.
Hoewel de positie van Denemarken lang niet zo uitzichtloos is dan die van Oranje, baalde Olsen flink na afloop. "We speelden in de eerste vijftig minuten nog wel oké, maar daarna was het van onze kant verschrikkelijk. Het was onze slechtste wedstrijd sinds tijden, we faalden in de laatste twintig minuten", liet hij weten aan Deense media.
"Onze spelers zijn niet stabiel genoeg", zo oordeelde Olsen hard over zijn elftal. "Bijna iedereen haalde een laag niveau. Ik heb de spelers gevraagd wat er fout ging. Ze moeten eens goed in de spiegel kijken. We hadden aan de bal beter moeten zijn en anders de duels moeten winnen."