Chelsea kaapte Mourinho voor de neus van Liverpool weg, ondanks akkoord
José Mourinho trad in 2004 in dienst van Chelsea en leidde The Blues vervolgens direct naar de eerste landstitel in vijftig jaar tijd. Het had echter weinig gescheeld of The Special One was dat seizoen bij Liverpool aan de slag gegaan.
Dit onthult de Fransman Nicolas Vilas in zijn biografie Mourinho: Behind the Special One, from the origin to the glory, waarvan ESPN een voorpublicatie heeft gedeeld. Liverpool wilde in het voorjaar van 2004 de samenwerking met manager Gérard Houllier beëindigen en liet zijn oog vallen op Mourinho, die toen met FC Porto op weg was naar Champions League-winst. Beide partijen kwamen tot een akkoord, maar Liverpool wilde de deal nog niet bekrachtigen. "Houllier was nog in dienst, dus ze vroegen ons om vijftien dagen te wachten", aldus Jorge Baidek, destijds één van de belangenbehartigers van Mourinho.
Superzaakwaarnemer Jorge Mendes was echter ook bij de deal betrokken en besloot zijn aandacht te verleggen: het Chelsea van eigenaar Roman Abramovich werd getipt. The Blues kwamen met een lucratiever aanbod dan Liverpool en de deal werd in rap tempo afgerond.
Zowel FC Porto als Chelsea stond toen in de halve finale van de Champions League – tegen respectievelijk Deportivo La Coruña en AS Monaco – maar Mourinho en Abramovich vonden tijd om elkaar voor het eerst te spreken. Nadat FC Porto de finale van AS Monaco had gewonnen, was er een volgende ontmoeting op het jacht van de Rus en schudden beide partijen elkaar de hand. Mourinho volgde Claudio Ranieri op, terwijl Liverpool Rafael Benítez aanstelde als opvolger van Houllier.