Ajax heeft Champions League-ticket met schaamrood op de kaken te pakken
Ajax mag zich opmaken voor de voorrondes van de Champions League. De Amsterdammers pakten zondag in Zwolle tegen PEC het laatste punt dat nodig was om zeker te zijn van de tweede plek op de ranglijst. Dat ging bijzonder moeizaam, want invaller Kolbeinn Sigthórsson maakte pas vlak voor tijd gelijk: 1-1.
PEC benaderde het thuisduel met Ajax niet bepaald als een opwarmertje voor de bekerfinale van zondag tegen FC Groningen. De formatie van Ron Jans begon fel en zette de spelers van Ajax constant onder druk. De slordig spelende ploeg van Frank de Boer, die zijn formatie eerder deze week nog verbaal op scherp had gezet bij een training, kwam er zelden doorheen en als dat al gebeurde waren de aanvallers besluiteloos.
Ook Viktor Fischer kon zijn ploeggenoten niet inspireren. De Deen mocht vorige week voor het eerst in veertien maanden weer eens invallen en stond in Zwolle vanaf het begin op het veld. De spits werkte hard, maar kwam te weinig in het spel voor. Fischer werd na een uur gewisseld voor Sigthórsson.
Nadat PEC via Tomas Necid en Ajax-huurling Sheraldo Becker al enkele aardige kansen had gemist, kwam Ajax er acht minuten voor rust voor het eerst echt gevaarlijk uit. Het schot van Anwar El Ghazi was echter een prooi voor PEC-doelman Warner Hahn.
Vlak na rust was ook Fischer dicht bij een treffer, maar hij schoot in het zijnet. PEC kwam direct daarna op voorsprong. De net ingevallen Ryan Thomas stuurde Jesper Drost weg, die doelman Jasper Cillessen vanuit een lastige hoek passeerde. Bram van Polen had tien minuten later de 2-0 op zijn schoen. De rechtsback stoomde vrij op, maar vond Cillessen op zijn weg.
De Boer bracht in het slot nog Mike van der Hoorn als pinchhitter, maar het was een andere invaller die Ajax aan een punt hielp. Sigthórsson stond één minuut voor tijd na een afgeslagen corner op de juiste plek om de gelijkmaker binnen te schieten: 1-1. (ANP)
<iframe width="624" height="600" frameBorder="0"></iframe><script></script>