De Jong ziet groot verschil met Spanje: 'Zou in Nederland ook die kant op mogen'
Luuk de Jong merkt in gesprek met het Algemeen Dagblad op dat er een groot verschil is tussen de Spaanse kleedkamercultuur en de Nederlandse kleedkamercultuur. Bij respectievelijk Sevilla en FC Barcelona was de spits en aanvoerder van PSV veel meer aangewezen op zijn eigen professionaliteit.
De Jong dwong in 2019 een transfer naar Sevilla af, waar hij genoot van hoe het er aan toe ging in de kleedkamer. "Klopt. In Spanje gingen mijn ogen open. Daar ben je puur op je eigen professionaliteit aangewezen. Je wordt daar op afgerekend", aldus de PSV-captain tegenover het AD. "In Spanje is het simpel: er staat een team van specialisten in dienst van de spelers, en iedere speler moet zelf aangeven wat ie nodig heeft op weg naar een wedstrijd. Wil je gedurende de week extra werken aan dit of dat? Meld je maar bij de specialist op dat vlak. Het is echt maatwerk en dat beviel me uitstekend."
In Nederland gaat dat er anders aan toe, constateert De Jong. In zijn optiek zou er iets meer gekeken moeten worden naar hoe het in het Zuid-Europese land wordt aangepakt. "Van mij zou het in Nederland ook standaard meer die kant op mogen, maar ik snap waarom dat niet zo simpel is. Een selectie in Spanje bestaat uit pakweg 25 spelers van gemiddeld 27 jaar oud. In Nederland is dat gemiddeld 23 jaar of zo. Alles staat dan veel meer in het teken van opleiden, van bij de hand nemen en ontdekken wat het vak inhoudt."
De Jong is met zijn 33 jaar inmiddels een zeer ervaren prof, die weet wat hij wel en niet nodig heeft. Soms voelt hij aan dat het voor hem beter is om na een minuut of zestig gewisseld te worden. "En wat je ook ziet: de jongens die erin komen, geven gas en garanderen dat er kwaliteit blijft op het veld. Als je met 3-0 voorstaat in een wedstrijd laat je je met een geruster gevoel wisselen. Bij het PSV van dit seizoen vind ik het oprecht niet erg om gewisseld te worden voor Ricardo Pepi."