Faber houdt vinger aan de pols bij PSV: 'Hun levens staan op de kop'
Ernest Faber heeft geen idee of hij nog trainer is van PSV als er weer gevoetbald mag worden. De interim-coach stelt dat het door de coronacrisis wel tien jaar geleden lijkt dat hij op 8 maart tegen FC Groningen voor het laatst op de bank zat.
Toen bekroop velen al een 'naar gevoel', zegt Faber tegen het Eindhovens Dagblad. "Je mocht ineens geen handen meer schudden en bij een aantal dingen was het al volop improviseren. Maar toch, de beleving van een echte wedstrijd en je compleet willen focussen op winnen en het bereiken van Europees voetbal was er nog."
Daarna ontwikkelde het virus zich echter razendsnel. "We zijn hier voorlopig nog lang niet vanaf, dat is wel duidelijk. Of ik wel of geen trainer van PSV ben als we weer kunnen voetballen, is helemaal niet belangrijk. Gaan we weer voetballen en heeft de club me nodig, dan sta ik er als het nodig is. Begint Roger Schmidt eerder of gaan we later voetballen, dan richt ik me met alle liefde en plezier weer op onze academie."
Faber staat hoe dan ook volledig achter het standpunt van de PSV-directie, die vindt dat de Eredivisie dit seizoen niet moet worden uitgespeeld. "Er kunnen ook weer nieuwe tegenslagen komen, zo lijkt het. We moeten daar rekening mee houden, ons niet te snel rijk rekenen en overhaasten heeft sowieso geen zin. Het is veel fijner om straks weer met een vrij gevoel te kunnen voetballen."
De technische staf van PSV bekommert zich om de spelers. "Een deel van onze spelers zit in het buitenland en het is maar de vraag wanneer ze weer terug kunnen. Hun levens staan op de kop. Ik probeer ze samen met John de Jong in gesprekken een hart onder de riem te steken en tegelijkertijd de vinger aan de pols te houden."